Ontdek ons systeem voor de levering thuis of in een afhaalpunt
Toevoegen aan het winkelmandje
Het product is toegevoegd aan je winkelmandje De voorraad is ontoereikend. eenheden werden toegevoegd aan je winkelmandje Totaal:
|
Voorraad uitgeput.
|
Minimum aankoophoeveelheid
De minimale aankoophoeveelheid werd niet bereikt.
|
Decubitus is een degeneratieve verandering van de weefsels die veroorzaakt wordt door inwerkende
druk- en schuifkrachten. Hierbij worden de bloedvaten dichtgedrukt en het celmetabolisme wordt verstoord
waardoor zuurstoftekort kan optreden in deze weefsels. Dit belemmert niet alleen de aanvoer van zuurstof
en voedingsstoffen maar ook de afvoer van afvalstoffen en CO2. Door het zuurstoftekort kunnen de huid en
het onderliggend weefsel afsterven.
De prevalentie van decubitus wordt geschat op 12,1% in Belgische ziekenhuizen
Hieldecubitus vertegenwoordigt 47% van alle decubitus. Nederlandse cijfers uit 2007 toonden aan dat de
prevalentie van decubitus het hoogst is in rust- en verzorgingstehuizen : 18,3%.
De ernst van decubitus wordt ingedeeld in verschillende graden (Graad I – IV). Deze vier graden dienen niet noodzakelijk elkaar op te volgen als verschillende fasen. Bij sommige personen kan decubitus ontstaan als een blaar (graad II) en vervolgens heel snel evolueren naar een diepe wonde (graad IV).
![]() Graad I Niet-wegdrukbare roodheid |
![]() Graad II Blaar, oppervlakte beschadiging |
![]() Graad III Aantasting huid en hypodermis |
![]() Graad IV Uitgebreide weefselschade met of zonder nercrose |
De risicoplaatsen zijn die plaatsen waar het bot dicht onder de huid ligt en waar het lichaamsgewicht op rust. De risicoplaatsen hangen af van de houding van de persoon :
Een hele reeks factoren kunnen een rol spelen in het ontstaan van decubitus. Naast druk- en schuifkrachten is er ook weefseltolerantie voor druk. Naast de weefseltolerantie voor druk is ook de zuurstofconcentratie van de weefsels van groot belang. Wanneer de weefsels te weinig of helemaal geen zuurstof krijgen, zullen ze afsterven en zullen wonden ontstaan. De factoren die van belang zijn bij het ontstaan van decubitus, kunnen ingedeeld worden in factoren die hetzij extern, hetzij intern inwerken.
Een ondervoede patiënt zal via 2 mechanismen een verhoogde kans op decubitus hebben :
Dit betekent de dagelijkse behoeften dekken van een patiënt die nog geen gewicht verloren heeft of bij patiënten
die reeds gewicht verloren hebben, te zorgen voor een gewichtstoename. Bij patiënten met een hoog
risico op decubitus is het vaak niet mogelijk om een optimale inname te garanderen via de gewone voeding.
Het inschakelen van bijvoedingen kan dan aangewezen zijn.
Patiënten met decubitus hebben :
Normale behoefte | Verhoogde behoefte | |
---|---|---|
Energie | 35 - 45 kcal/kg/dag | 500 kcal/dag extra |
Eiwitten | 1 g/kg/dag | 1,5 g/kg/dag • 5 - 17 g arginine |
Vocht | 30 - 35 ml/kg/dag | 40 ml/kg/dag (of 500 ml extra) |
Algemeen verhoogde behoefte :
ENERGIE | VOCHT | EIWITTEN |
---|---|---|
Koolhydraten en vetten : verhinderen dat eiwitten als energiebron gebruikt worden en niet als bouwsteen |
|
|
ARGININE | ZINK | VITAMINE C |
|
|
Collageensynthese |
U vindt alle voedingsproducten die specifiek betrekking hebben op doorligwonden op de volgende pagina : Voeding voor personen met doorligwonden.
Waarschuwing
Gelieve de verplichte velden in te vullen! |